Het testen van elektromotoren: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Huidige versie van 10 feb 2025 om 11:42
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
Hier beschrijven wij Het testen van een elektromotorHet testen is te doen met een multimeter, een led met serieweerstand, een gloeilampje of een zoemer. Het testen kan plaatsvinden in de loc/het treinstel, mits de draden naar de elektromotor (=de koolborstel-aansluitingen) worden losgemaakt. Dit kan onnodige demontage van de elektromotor voorkomen, want het zou best kunnen dat het vermeende "motorprobleem" aan de sleepcontacten ("stroomafnemers") bij de wielen ligt. De motor moet worden afgekoppeld van een eventuele decoder, omdat anders de grote kans bestaat dat een eventuele decoder onherstelbaar beschadigd raakt en/of dat de verlichting ook "meegemeten" wordt en daardoor een foutieve meting ontstaat.
Testen met een multimeterZet de multimeter op "Ohm" of "Ω" en kies het laagste weerstandsbereik (met een zogenaamde autoranging multimeter hoeft dit niet, die stelt automatisch het juiste weerstandsbereik in). Sluit hierna de meetpennen aan (het beste is het om hiervoor zogenaamde krokodilklemmen te gebruiken) op de koolborstel-aansluitingen van de motor. Testen met een lampje, led of piëzozoemerDoor een lampje, led of piëzo zoemer tussen de batterij (of voeding) en de motor te schakelen, is er een indicatie van de toestand van de motor (zie: afbeeldingen 01 t/m 03). Voor het voeden van de schakeling kan een 9-Volts blokbatterij gebruikt worden, of een voeding die bijv. 12 Volt DC levert. Het testen met een lampje of een led
Sluit een lamje of led aan volgens afbeelding 01 of 02. Bij een lampje van 6 Volt en gebruik makend van een 9 Volt batterij, moet een serieweerstand (R1) worden gebruikt van 47 ohm. De waarde van R1 voor een led kan berekend worden in het artikel Minimale led serieweerstand berekenen. Het testen met een piëzozoemer
Suit de zoemer aan volgens afbeelding 08 voor het testen van een elektromotor m.b.v. een piëzo zoemer. R1 kan eventueel toegevoegd worden als de zoemer teveel geluid produceert. Een waarde van 330 ohm voor R1 zal het geluid al behoorlijk smoren. Neem een hogere waarde als het volume dan nog te hoog is. De testprocedureHet is handig om vóór het testen met een viltstift (fijnschrijver) een puntje of streepje op het tandwiel/de worm te zetten. Dan is duidelijk te zien in welke positie de as zich bevindt.
Vette koolborstelsWanneer is geconstateert dat de koolborstels vettig zijn geworden door olie, dan moeten de koolborstels zonder meer worden vervangen door nieuwe. Vette koolborstels uitwendig schoonmaken helpt niet, want de olie is diep in het poreuze materiaal gezogen en die ingedrongen olie komt er nooit meer uit. Die olie zorgt er ook voor dat er een soort isolatielaagje op de commutator aanwezig is, waardoor het contact tussen de koolborstels en de collectorlamellen nog slechter wordt. Hierdoor ontstaat extra vonkvorming en verslijten de koolborstels en de commutator (of collector) eerder dan gewenst. Schoonmaken van de collectorWanneer de collector (=de commutator) vettig/vervuild is, dient deze schoongemaakt te worden. Doe dit met een wattenstaafje gedrenkt in wasbenzine. Maak daarna de groeven (spleten) tussen de lamellen schoon (=uitkrabben) met een houten of kunststof satéprikker. Gebruik voor het schoonmaken van de collectorspleten NOOIT een metalen voorwerp, want dan ontstaan bramen aan de lamellen. Door deze bramen zullen de koolborstels veel sneller slijten. Eventueel kunnen krasjes op de lamellen nog worden weggepolijst met een glasvezelstift
Laat de motor daarna minstens een halfuur drogen, om brandbare dampen kwijt te raken. Sluit pas daarna de voedingsspanning aan, om te zien of de elektromotor goed werkt.
Meer informatie
Overgenomen van "https://encyclopedie.beneluxspoor.eu/index.php?title=Het_testen_van_elektromotoren&oldid=53809"
Verborgen categorie: |