|
|
(43 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) |
Regel 1: |
Regel 1: |
| {{Koptekst | | {{Koptekst |
− | |Vorige= NEM662 | + | |Vorige= FX35 |
− | |Volgende= Dummy-steker | + | |Volgende= Loc digitaliseren, niet digitaal voorbereid |
− | |VorigeMenu= Decoders | + | |VorigeMenu= Locdecoders |
| |Auteur= Fred Eikelboom | | |Auteur= Fred Eikelboom |
| }} | | }} |
| {{Inhoudsopgave||Klein}} | | {{Inhoudsopgave||Klein}} |
− | <br />
| + | Dit is een '''stappenplan voor het inbouwen van een locdecoder''' in een analoge loc. Bouw een [[Locdecoders|locdecoder]] pas in wanneer de loc analoog onberispelijk rijdt, anders heeft het inbouwen van een locdecoder weinig zin. Dit leidt alleen maar tot ergernissen. |
− | '''Pas wanneer de loc analoog onberispelijk rijdt, kunt u overgaan tot het inbouwen van een decoder.''' Indien de loc analoog niet goed rijdt, heeft het inbouwen van een decoder weinig zin. Dit leidt alleen maar tot ergernissen. | |
− | | |
− | | |
| === De voorbereiding === | | === De voorbereiding === |
| Mechanisch en elektrisch dient de loc in onberispelijke staat te zijn. Let daarbij op het volgende: | | Mechanisch en elektrisch dient de loc in onberispelijke staat te zijn. Let daarbij op het volgende: |
− | :* De overbrenging van motor naar wielen dient soepel te lopen. Controleer of er geen zwaar punt ergens aanwezig is. Smeer de tandwielen en de assen. | + | :* De overbrenging van motor naar wielen dient soepel te lopen. Controleer of er nergens een "zwaar punt" aanwezig is. Smeer de tandwielen met speciaal daarvoor bedoeld vet en de assen van de tandwielen met speciale olie (gebruik daarvoor zeker '''geen''' slaolie!); |
− | :* '''De stroomafname van de wielen dient 100% goed te zijn.''' Eventueel de wielcontacten en de wielen goed reinigen. dit gaat prima met spaarzaam aangebrachte contactspray, maar verwijder dan wel eerst eventuele haartjes en pluisjes die zich tussen wielcontact en wiel verzameld kunnen hebben. | + | :* '''De [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]]afname van de wielen dient 100% te zijn. Eventueel de sleepcontacten en de wielen reinigen. Dit gaat prima met spaarzaam aangebrachte [http://www.ambersil.com/wwwcrc/tds/TKC1%20COCLEAN390.PDF contactspray], verwijder eerst eventuele haartjes en pluisjes die zich tussen sleepcontact en wiel verzameld kunnen hebben;''' |
− | :* Kijk ook of alle wielcontacten (de stroomafnemers) de wielen goed blijven raken bij zijdelingse verschuiving van de as (controleer dit in beide richtingen). Eventueel de wielcontacten voorzichtig iets bijbuigen. | + | :* '''Heel belangrijk; kijk ook of alle sleepcontacten (de stroomafnemers) de wielen goed blijven raken bij zijdelingse verschuiving van de as (controleer dit in beide richtingen en kijk tevens of er voldoende druk is). Eventueel de assen verwijderen en de sleepcontacten voorzichtig iets bijbuigen, daarna voorzichtig weer monteren;''' |
− | :* Bij locs met koppelstangen (bijv. de Hippel) of aandrijfstangen (stoomlocs), dient u te controleren of het mechanisme niet verbogen is, en of alles soepel kan bewegen (eventueel een heel klein beetje Teflonolie of slotspray aanbrengen). | + | :* Bij locs met koppelstangen (bijvoorbeeld de Hippel) of drijfstangen (stoomlocs) dient te worden gecontroleerd of het mechanisme niet verbogen is en of alles soepel kan bewegen (eventueel een heel klein beetje "teflon-olie" of "slotspray" op de draaipunten en heen-en-weer gaande delen aanbrengen). |
− | | |
− | | |
| === Controle van de motor === | | === Controle van de motor === |
− | Alvorens een decoder in te gaan bouwen, dienen we de volgende zaken op orde te hebben: de loc moet analoog goed en betrouwbaar lopen. Tevens dient de loc ''goed ingelopen'' te zijn. '''De motor moet dus 100% in orde zijn.''' Daarvoor doet u het volgende: | + | Alvorens een [[Locdecoders|locdecoder]] in te gaan bouwen, moet de locomotief analoog goed en betrouwbaar lopen. Tevens dient de lococomotief goed ingelopen te zijn. |
− | :* Controleer de lengte en toestand van de koolborstels, ze mogen niet onder de olie zitten, en vervang deze bij twijfel. | + | :* Controleer de lengte en toestand van de koolborstels, ze mogen niet van ongelijke lengte zijn, of te kort, of onder de olie/vet zitten. Vervang ze bij twijfel; |
− | :* Na vervanging van de koolborstels laat u de loc een half uur op halve snelheid achteruit rijden, daarna laat u de loc een half uur op halve snelheid vooruit rijden.
| + | :* Controleer of de koolborstels vrij in de houders kunnen bewegen; |
− | :* Controleer of de koolborstels vrij in de houders kunnen bewegen. | + | :* Controleer de koperen collector op schade door inbranden (putjes en/of groeven). Eventueel met zeer fijn schuurpapier bijwerken; |
− | :* Controleer meteen de koperen collectorlamellen op schade door inbranden (putjes en/of groeven). | + | :* Maak de spleten tussen de lamellen, die in de lengterichting van de [[Woorden - R#Rotor|rotor]] liggen, vrij van koolstof met een houten cocktailprikker en reinig de [[Woorden - C#Collector|collector]] daarna met een kwastje en wasbenzine; |
− | :* Maak de collectorspleten (de spleten tussen de koperlamellen die in de lengterichting van het anker liggen) vrij van koolstof met een houten cocktailprikker en reinig de collector daarna met wasbenzine. | + | :* Controleer of de motor niet (te) zwaar loopt. Smeer eventueel de motorlagers '''met heel weinig''' olie; |
− | :* Controleer of de motor niet (te) zwaar loopt. Smeer eventueel de motorlagers met ''heel weinig'' olie. | + | :* Laat de loc na vervangen van de koolborstels een half uur op halve snelheid achteruit rijden, daarna een half uur op halve snelheid vooruit; |
− | | |
| {| class="wikitable" | | {| class="wikitable" |
− | | valign='center'| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small> '''LET OP'''</small>||valign='top'| ''Laat de motor, na het reinigen met wasbenzine (of een ander brandbaar goedje) eerst een poosje drogen, voordat u er spanning op zet, vanwege brandgevaar!'' | + | | valign="center"| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small> '''LET OP'''</small>||valign="top"| "Laat de motor, na het reinigen met wasbenzine (of een ander brandbaar goedje) eerst een poosje drogen, vóór er spanning op te zetten, vanwege brandgevaar!" |
| |- | | |- |
| |} | | |} |
− | | + | === Isolatie van de koolborstelhouders === |
− | | + | Op het internet wordt vaak genoemd dat "de motor geïsoleerd moet worden". Dat is niet juist! De motor (het motorhuis) mag gerust verbinding maken met het frame van de loc. Waar het hier om gaat is dat de '''koolborstelhouders''' van de motor '''geen elektrisch contact mogen maken met het motorhuis en/of het locframe'''. Vóór het inbouwen van een locdecoder moet er op gelet worden dat dat niet het geval is, ook niet via ontstoorcondensatoren en -spoelen. Pas daarna mogen de oranje en de grijze draad op de koolborstelhouders gemonteerd worden. Indien er na het inbouwen van de [[Locdecoders|locdecoder]] nog een verbinding van één van de koolborstels naar het motorhuis en/of het frame van de loc aanwezig is, zal de locdecoder meteen defect raken, zodra er spanning op wordt gezet! |
− | === Isolatie van de koolborstelaansluitingen === | |
− | Op het internet wordt vaak verteld dat 'de motor geïsoleert moet worden'. Dat is niet juist!<br /> | |
− | De motor (het motorhuis) mag gerust verbinding maken met het frame van de loc. Waar het hier om gaat is, dat de koolborstelaansluitingen van de motor geen elektrisch contact mogen maken met het motorhuis en/of het locframe. U dient er dus vòòr het inbouwen van een locdecoder zeer goed op te letten, dat de koolborstelaansluitingen van de motor absoluut geen contact maken met het motorhuis en/of met het locframe. Ook niet via ontstoorcondensatoren. Pas daarna mag u de oranje en de grijze draad op de koolborstelaansluitingen monteren. Indien er na het inbouwen van de decoder nog een verbinding van één van de koolborstels naar het motorhuis en/of het frame van de loc aanwezig is, zal de decoder meteen defect raken, zodra u er spanning op zet! | |
− | | |
| {{Afbeelding 3 naast elkaar | | {{Afbeelding 3 naast elkaar |
| |Bestand= Motorschild-ReinierT-01.jpg | | |Bestand= Motorschild-ReinierT-01.jpg |
Regel 47: |
Regel 37: |
| |Volgnummer2= 02 | | |Volgnummer2= 02 |
| |Volgnummer3= 03 | | |Volgnummer3= 03 |
− | |Omschrijving= Niet geïsoleerd motorschild | + | |Omschrijving= Niet geïsoleerd motorschild |
− | |Omschrijving2= Niet geïsoleerd motorschild | + | |Omschrijving2= Niet geïsoleerd motorschild |
− | |Omschrijving3= Geïsoleerd motorschild | + | |Omschrijving3= Geïsoleerd motorschild met NEM connector (bestelnr: 00504738) |
| |Maker= Reinier T. | | |Maker= Reinier T. |
| |Maker2= Michael | | |Maker2= Michael |
| |Maker3= Peter Kramer | | |Maker3= Peter Kramer |
| }} | | }} |
| + | Bij oudere Fleischmannmotoren is één koolborstelhouder met het locschild verbonden en maakt daardoor ook contact met het locframe. Zoals te zien is op foto 01, is de rechter koolborstelhouder geïsoleerd gemonteerd. De linker koolborstelhouder maakt echter contact met het metalen locschild. Foto 02 is ook van een niet-geïsoleerd motorschild. Hier is de linker koolborstelhouder met het locschild verbonden. Een dergelijk motorschild (zoals te zien op foto 01 en 02) moet worden vervangen door een geïsoleerd exemplaar (zie foto 03). Het is voor een beetje doe-het-zelver ook mogelijk om zelf de koolborstelhouder te isoleren (zie "Forum" bij [[#Meer informatie|"Meer informatie"]]). Om het probleem sneller op te lossen, kan het motorschild worden vervangen door een Fleischmann exemplaar met aangebouwde NEM-[[Woorden - C#Connector|connector]] (bestelnr: 00504738, zie afbeelding 03). In die connector kan zonder meer een 6-polige locdecoder[[NEM651|stekker]] gestoken worden. |
| | | |
− | | + | Voor het aansluiten van locdecoders op Fleischmannmotoren zie "Locdecoder aansluiten op Fleischmann motoren" (PDF) bij [[#Meer informatie|"Meer informatie"]]). |
− | Bij oudere Fleischmann motoren is één koolborstelhouder met het locschild verbonden en maakt daardoor ook contact met het locframe. Zoals te zien is op foto 01, is de rechter koolborstelhouder geïsoleerd gemonteerd. De linker koolborstelhouder maakt echter contact met het metalen locschild. Op foto 02 ziet u ook een niet-geïsoleerd motorschild. Hier is de linker koolborstelhouder met het locschild verbonden. U zult een dergelijk motorschild (zoals te zien is op foto 01 en 02) moeten vervangen door een geïsoleerd exemplaar (zie foto 03). Het is voor een beetje doe-het-zelver ook mogelijk om zelf de koolborstelhouder te isoleren (zie ''Forum'' bij 'Meer informatie'). Wilt u het probleem sneller oplossen, vervang dan het motorschild door een geïsoleerd exemplaar. Voor het aansluiten van decoders op Fleischmann-motoren zie '' 'Decoder aansluiten op locschild bij Fleischmann motoren' '' bij 'Meer informatie'.
| |
| {| class="wikitable" | | {| class="wikitable" |
− | | valign='center'| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small> '''LET OP'''</small>||valign='top'|<b>Verbind nooit een decoder met de motoraansluitingen als u er niet absoluut zeker van bent dat er geen verbinding is tussen de koolborstels en het motorhuis en/of het locframe, want de decoder overleeft die kortsluiting niet!!<br /> | + | | valign="center"| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small> '''LET OP'''</small>||valign="top"|'''Verbind nooit een locdecoder met de motoraansluitingen als er een verbinding is tussen de koolborstels en het motorhuis en/of het locframe, want de locdecoder overleeft dit niet!!<br /> |
− | Doormeten met een multimeter op het Ω-bereik kan bevestigen, dat er absoluut geen verbinding aanwezig is. De multimeter dient een oneindige waarde aan te geven.</b> | + | Doormeten met een multimeter op het Ω of [[Woorden - C#Continuïteitsmeter|continuïteitsbereik]] kan bevestigen dat er absoluut geen verbinding aanwezig is. De multimeter dient een oneindig hoge waarde aan te geven en/of mag, wanneer de multimeter voorzien is van een luidspreker, niet "piepen" (geen geluidssignaal geven). |
| |- | | |- |
| |} | | |} |
− | | + | Nu is het belangrijk of er wel of niet een NEM-connector in de loc zit.<br> |
− | | + | Geen NEM-connector aanwezig; |
− | === Ontstoringscomponenten verwijderen ===
| + | *[[Loc digitaliseren, niet digitaal voorbereid]]. |
− | In een analoge loc zijn 'af fabriek' condensatoren en smoorspoelen aangebracht. Deze onderdelen vormen de wettelijk verplichte ontstoring (zie afbeelding 04). De spoelen en de condensator vormen een filter, dat voorkomt dat stoorsignalen van de motor zich kunnen verspreiden. Zonder dit filter is op een radio, die afgestemd is op het AM-bereik, een ratelend geluid te horen.
| + | Een NEM-connector aanwezig; |
− | | + | *[[Loc digitaliseren, digitaal voorbereid]]. |
− | {{Afbeelding 2 naast elkaar
| |
− | |Bestand= Ontstoring-analoog01.gif
| |
− | |Bestand2= Ontstoring-analoog02.gif
| |
− | |Grootte= Klein
| |
− | |Grootte2= Klein
| |
− | |Volgnummer= 04
| |
− | |Volgnummer2= 05
| |
− | |Omschrijving= De wettelijk verplichte ontstoring
| |
− | |Omschrijving2= De smoorspoelen en de condensator verwijderd
| |
− | |Type= Schema
| |
− | |Type2= Schema
| |
− | |Maker= Fred Eikelboom
| |
− | |Maker2= Fred Eikelboom
| |
− | }}
| |
− | | |
− | | |
− | Bij het digitaliseren van een loc moeten de condensatoren die over de motoraansluitingen zijn gemonteerd, altijd verwijderd worden, omdat deze condensatoren een kortsluiting vormen voor het digitale signaal. Soms zijn er ook condensatoren aanwezig tussen de afzonderlijke koolborstelaansluitingen en het frame (bijv. bij Märklin locs). Die twee condensatoren naar het frame moeten ook verwijderd worden.<br />
| |
− | De smoorspoelen, die op de motoraansluitingen zijn gemonteerd, moeten ook verwijderd worden, tenzij de decoderfabrikant aangeeft dat de smoorspoelen aanwezig moeten blijven (zie daarvoor de gebruiksaanwijzing van de decoder).<br />
| |
− | In diverse gebruiksaanwijzingen staat uitdrukkelijk aangegeven: '' 'Op de motor zijn ontstoringsmiddelen, bestaande uit condensatoren en smoorspoelen, aangesloten. Bouw deze ontstoringsmiddelen uit.' ''
| |
− | | |
− | Wat hier door de fabrikant echter vergeten wordt is, dat wanneer u een smoorspoel uitbouwt c.q. verwijdert, er geen elektrische verbinding meer is met de motor. Wanneer u een loc heeft met een NEM-aansluitconnector, moet u in plaats van de smoorspoel, een stukje blanke draad monteren tussen de punten A1 en B1 en ook tussen de punten A2 en B2 (zie afbeelding 05). Wat u echter ook kunt doen, en dat heeft dezelfde uitwerking, is heel simpel over de smoorspoel een stukje blank draad solderen, eventueel aan de onderzijde van de print. De smoorspoel wordt dan kortgesloten. Zorg er hierbij wel voor dat het blanke draadje geen andere metaaldelen raakt. Bij locs zonder NEM-aansluitconnector laat u de stukjes draad weg, en kunt u de oranje en de grijze draad van de decoder op de punten B1 en B2 solderen.
| |
− | | |
− | | |
− | === Condensatoren en smoorspoelen bij Märklin-locs ===
| |
− | Märklin heeft in zijn locs soms drie condensatoren gemonteerd, één zit direct tussen beide koolborstels, en twee zitten er tussen de afzonderlijke koolborstelaansluitingen en de locmassa (het frame). Die twee condensatoren naar de locmassa moeten verwijderd worden, evenals de condensator die over de koolborstelaansluitingen gemonteerd is, anders wordt het stuursignaal (van de decoder naar de motor) kortgesloten naar massa, en dan loopt de motor zeer slecht en/of is de decoder zeer slecht af te regelen.
| |
− | | |
− | | |
− | === Het inbouwen van de locdecoder ===
| |
− | Zorg dat u een decoder heeft die de stroom van de motor ruim aankan (zie 'Meten van de motorstroom vòòr het inbouwen van een decoder' bij ''Meer informatie'').<br />
| |
− | U verwijdert een eventueel aanwezige dummy NEM-plug, en controleert, met behulp van een multimeter, nogmaals of de koolborstelaansluitingen van de motor nergens contact maken met andere bedrading of met het frame van de loc. De koolborstelaansluitingen van de motor mogen alléén maar aangesloten zijn op de oranje en grijze decoderdraden. Als dit in orde is, kunt u de decoder aansluiten<br />
| |
− | Er zijn nu twee mogelijkheden:
| |
− | | |
− | # ''De loc is ''niet'' voorzien van een NEM-aansluitpunt, ga dan verder bij [[#Locs die niet voorzien zijn van een NEM-connector|Locs die niet voorzien zijn van een NEM-connector]].
| |
− | # ''De loc is voorzien van een NEM-aansluitpunt (NEM-Connector),'' zie [[NEM651]], [[NEM652]], [[NEM658]], [[NEM660]] of [[NEM662]].
| |
− | | |
− | | |
− | Verwijder voorzichtig de Dummy-steker. Daarna is het heel gemakkelijk: u duwt de NEM-steker van de decoder op de juiste wijze, voorzichtig, in de connector. Op de print staat - als het goed is - een merkteken. Dit kan een sterretje (*) zijn, maar ook een pijltje (>).
| |
− | | |
− | | |
− | === 6-polige NEM-aansluiting ===
| |
− | {{Afbeelding
| |
− | |Bestand= nem6-polig.gif
| |
− | |Grootte= Groot
| |
− | |Volgnummer= 06
| |
− | |Omschrijving= Het pijltje geeft pin 1 aan
| |
− | |Type= Tekening
| |
− | |Maker= Fred Eikelboom
| |
− | }}
| |
− | ----
| |
− | | |
− | | |
− | === 8-polige NEM-aansluiting ===
| |
− | {{Afbeelding
| |
− | |Bestand= nem-aansluit.gif
| |
− | |Grootte= Normaal
| |
− | |Volgnummer= 07
| |
− | |Omschrijving= De connector op de locprint
| |
− | |Type= Tekening
| |
− | |Maker= Fred Eikelboom
| |
− | }}
| |
− | | |
− | | |
− | In de huidige locs zit vaak deze 8-polige aansluiting (zie afbeelding 05). Hieronder is deze aansluiting vergroot weergegeven.
| |
− | {{Afbeelding
| |
− | |Bestand= nem8-contra.gif
| |
− | |Grootte= Groot
| |
− | |Volgnummer= 08
| |
− | |Omschrijving= Het sterretje geeft pin 1 aan
| |
− | |Type= Tekening
| |
− | |Maker= Fred Eikelboom
| |
− | }}
| |
− | | |
− | | |
− | Indien het merkteken een sterretje (*) is, dan zorgen we dat de oranje draad vlak bij het sterretje komt te zitten (zie afbeelding 08). Staat er een pijltje, zoals in afbeelding 06 hierboven, dan moet de decoder vanaf de rechterkant tegenover het pijltje komen. Bevestig de decoder met ''zo weinig mogelijk'' dubbelzijdig tape (er moet zo veel mogelijk koellucht bij de decoder kunnen komen).<br />
| |
− | (Vervolg bij 'Bevestiging van de decoder')
| |
− | | |
− | | |
− | === Locs die niet voorzien zijn van een NEM-connector ===
| |
− | Is de loc niet voorzien van een NEM-aansluitpunt (NEM-Connector), dan moet u de draden van de decoder op de juiste punten aansluiten, door ze vast te solderen. Gebruik bij het solderen een soldeerbout met een vermogen van ongeveer 18 tot 20 watt. Indien de soldeerbout te zwaar is (te hoog vermogen), lopen we het risico dat er onderdelen smelten/beschadigen!<br />
| |
− | (let op! Sommige electromotoren kunnen maar weinig hebben wanneer de koolborstelaansluitingen te lang verhit worden).
| |
− | | |
− | Tip:<br />
| |
− | Indien er LED-verlichting in de loc zit, controleer dan even met een multimeter wat de plus- en min kant van de LED-aansluitingen zijn. Dat voorkomt onnodig opnieuw solderen wanneer later blijkt dat de bedrading verkeerd-om zit.
| |
− | | |
− | | |
− | === Bevestiging van de decoder ===
| |
− | Bevestig de decoder met zo weinig mogelijk dubbelzijdig tape (er moet zo veel mogelijk koellucht bij de decoder kunnen komen). Smalle stripjes dubbelzijdige tape zijn het beste. In verband met de noodzakelijke koeling van de decoder verdient het ten zeerste aanbeveling om - indien de decoder schuin of verticaal geplaatst wordt - de stripjes dubbelzijdige tape ook in verticale richting te plaatsen.
| |
− | | |
− | | |
− | === De spanningsvoorziening ===
| |
− | '''We beginnen altijd met het aansluiten van de rode en de zwarte draad.''' De rode draad komt aan de rechterwielen van de loc. De zwarte draad komt aan de linkerwielen van de loc (zie punt A1 en A2 in afbeelding 05).<br />
| |
− | Wat is nu links of rechts? Om een kort verhaal lang te maken: rechts is diè kant van de loc, die aan de zijde van uw rechterhand zit wanneer u in de loc staat en met uw gezicht in de rijrichting staat wanneer de loc in voorwaartse richting rijdt (zie afbeelding 09 hieronder).
| |
− | | |
− | {{Afbeelding
| |
− | |Bestand= rijricht.gif
| |
− | |Grootte= Zeer groot
| |
− | |Volgnummer= 09
| |
− | |Omschrijving= De rijrichting
| |
− | |Type= Tekening
| |
− | |Maker= Fred Eikelboom
| |
− | }}
| |
− | | |
− | | |
− | Nog even wat informatie over cab. 1 en cab. 2 bij de diverse locs/treinstellen met twee cabines;<br />
| |
− | De cabine met nummer 1 is de voorzijde van de loc. Bij het grootspoor is dit aangegeven met het (kleine) cijfer 1 of 2 onder de cabinedeur. Vaak is er in de cabine ook een sticker (met cab. 1 of cab. 2) aanwezig, op de middelste raamstijl van de cabine. Bij trek/duwtreinen, is de 1700-loc met cab. 1 tegen de trein geplaatst, omdat het stuurstandrijtuig het nummer 1 heeft. De 1700 is dus zo gekoppeld, dat de zijde met cab. 2, de bediende cabine van de lok is. Bij een 1600, 1700 of 1800 is het ook herkenbaar aan de grote dak-unit. Deze heeft een hoge en een lage zijde. Met de lage zijde naar u toe zit cab. 1 links.
| |
− | | |
− | | |
− | === De motoraansluitingen ===
| |
− | Daarna sluiten we de motor aan: '''de oranje draad''' gaat '''naar de + (plus)kant''' van de motor. '''De grijze draad''' gaat '''naar de — (min)kant''' van de motor. De plus-kant van de motoraansluitingen is die aansluiting waarbij, als de plusaansluiting van een 4,5 Volts batterij er op aangesloten is, de loc vooruit rijdt. '''(Let op! Test dit niet met de decoder aangesloten, want daar kan de decoder absoluut niet tegen.)'''<br />
| |
− | Nu gaan we eerst testen of de loc wil rijden met aangesloten decoder. We dienen wel te zorgen dat alle loshangende draden nergens tegenaan kunnen komen, dus eventueel eerst goed isoleren. Ook is het verstandig om de decoder zelf te isoleren, met bijvoorbeeld een stukje binnenband van een fiets.
| |
− | | |
− | Zet de loc op het programmeerspoor (of op de hoofdbaan. Wanneer uw centrale geen programmeerspooraansluiting heeft, verwijder dan eerst alle overige locs en rijtuigen waarin een decoder zit van de hoofdbaan en geef de loc een adres (in CV1 een nummer programmeren). Stel op de centrale het aantal rijstappen in, en stel op de decoder hetzelfde aantal rijstappen in (CV29). Kies in de centrale de loc met dat adres, en kijk of de loc goed vooruit- en achteruit wil rijden. Moet de loc vooruit rijden volgens de centrale, maar rijdt deze de verkeerde kant op, dan even de positie van de oranje en grijze draad op de motor omwisselen. Het zou overigens voor kunnen komen dat in CV29 de rijrichting omgekeerd ingesteld staat (bijvoorbeeld bij een al eerder in een andere loc gebruikte decoder). Dan even CV29 volgens de gebruiksaanwijzing instellen (meestal CV29 = 2).
| |
− | | |
− | | |
− | === De verlichting ===
| |
− | Pas, wanneer bovenstaande in orde is, sluit u de verlichting aan. Waarom?, zult u zich afvragen. Stel dat u alle bedrading in één keer aansluit, en dat later blijkt dat de loc niet wil rijden door een defecte decoder. Dan mag u alles weer los gaan halen. Zonde van de tijd en het werk wat u er mee hebt. Controleer nu (indien er lampjes in de loc zitten), of de lampjes vrij zijn van het chassis. Is dat niet het geval, kijk dan in de gebruiksaanwijzing van uw decoder hoe u het dan aan moet sluiten.
| |
− | | |
− | | |
− | : <u>- Frontverlichting</u>''
| |
− | | |
− | De '''frontverlichting ('het frontsein')''' sluit u als volgt aan: '''de blauwe plus-draad''' gaat naar de LEDs of lamp(en). '''De witte min-draad''' van de decoder '''komt aan de andere zijde van de LEDs of lamp(en).''' Bij gebruik van LEDs, deze altijd via een voorschakelweerstand c.q. serieweerstand aansluiten!
| |
− | Na het aansluiten van het frontsein, controleren we of de frontverlichting brandt, en of de verlichting overeenkomt met de rijrichting. Als dit in orde is kunnen we '''de rode LED (of lamp)''' aan de voorzijde aan gaan sluiten '''op de gele min-draad.''' Ook deze verlichting controleren we op juiste werking. Komt de verlichting nu niet overeen met de rijrichting, dan moet u even een decoder-CV aanpassen. Staat hierboven al aangegeven, maar (als het goed is) ook in de gebruiksaanwijzing.
| |
− | | |
− | | |
− | : <u>- Achterverlichting</u>
| |
− | | |
− | De '''achterverlichting ('het sluitsein' of 'de sluitseinen')''' sluiten we als volgt aan: '''de blauwe plus-draad''' gaat naar de LEDs of lamp(en). '''De witte min-draad''' van de decoder komt '''aan de kathodezijde van de LEDs (of aan de lamp).''' Nu weer controleren of dit ook goed werkt.<br />
| |
− | '''Het frontsein aan de achterzijde''' sluiten we '''op de gele min-draad''' aan. Als laatste controleren we nu alle verlichting op juiste werking.
| |
− | {{Afbeelding 2 naast elkaar
| |
− | |Bestand= Leds2.gif
| |
− | |Bestand2= Leds6.gif
| |
− | |Grootte= Groot
| |
− | |Grootte2= 385px
| |
− | |Volgnummer= 10
| |
− | |Volgnummer2= 11
| |
− | |Omschrijving= De LEDs parallel aansluiten op de decoder
| |
− | |Omschrijving2= De LEDs in serie aansluiten op de decoder
| |
− | |Type= Schema
| |
− | |Type2= Schema
| |
− | |Maker= Fred Eikelboom
| |
− | |Maker2= Fred Eikelboom
| |
− | }}
| |
− | | |
− | | |
− | In schema 10 en 11 is aangegeven hoe u LEDs als front- en sluitseinen op de decoder aan kunt sluiten. De weerstanden worden allemaal op de blauwe draad (de plus) aangesloten. De anodes van de LEDs worden met de weerstanden verbonden. De kathodes van de LEDs worden via de gele of witte draad aan de massa geschakeld.<br />
| |
− | Aan de voorzijde van de loc moeten de beide frontseinen op de witte draad aangesloten zijn, en de beide rode sluitseinen op de gele draad.<br />
| |
− | Aan de achterzijde van de loc moeten de beide frontseinen op de gele draad aangesloten zijn, en de beide rode sluitseinen op de witte draad. Nu zal de verlichting op de juiste wijze omschakelen bij veranderen van rijrichting.<br />
| |
− | De weerstanden van de sluitseinen hebben een grotere waarde dan de weerstanden van de frontseinen, omdat de sluitseinen geen vérstralers hoeven te zijn.
| |
− | | |
− | Indien de loc voorzien is van lichtgeleiders en de LED achter een lichtgeleider wordt geplaatst, kan het zijn dat u een tussenliggende weerstandswaarde (bijv. 1k8) voor het sluitsein moet gebruiken. Dit omdat de lichtgeleider niet alle licht van de LED doorlaat. Dit komt door de beide overgangen tussen lucht en lichtgeleider aan weerszijden van de lichtgeleider (de technische benaming voor dit fenomeen is: 'lichtbreking').
| |
− | | |
− | | |
− | === De aansluitvolgorde ===
| |
− | {{Afbeelding 2 naast elkaar
| |
− | |Bestand= Leds3.gif
| |
− | |Bestand2= Leds5.gif
| |
− | |Grootte= 195px
| |
− | |Grootte2= 140px
| |
− | |Volgnummer= 12
| |
− | |Volgnummer2= 13
| |
− | |Omschrijving= Andere volgorde van weerstand en LED
| |
− | |Omschrijving2= Andere volgorde van weerstand en LEDs
| |
− | |Type= Schema
| |
− | |Type2= Schema
| |
− | |Maker= Fred Eikelboom
| |
− | |Maker2= Fred Eikelboom
| |
− | |Positie= Links
| |
− | |Tussenruimte= 12px
| |
− | }}
| |
− | De volgorde van een LED en bijbehorende weerstand maakt niets uit. Natuurlijk wel op voorwaarde dat er verder geen aftakkingen zijn. We kunnen het dus ook zo aansluiten; (zie afbeelding 12 en 13). Ligt er maar net aan wat het beste uitkomt.<br />
| |
− | De berekening van de waarde van de (in de tekeningen getoonde) voorschakelweerstanden van de LEDs, staat in het artikel '' 'Minimale led voorschakelweerstand berekenen' '' (zie 'Meer informatie').<br clear="all">
| |
− | | |
− | | |
− | === Schakeling van de lampen in de locomotief ===
| |
− | {{Afbeelding
| |
− | |Bestand= Lampen2.gif
| |
− | |Grootte= 350px
| |
− | |Volgnummer= 14
| |
− | |Omschrijving= De standaard lampenaansluiting
| |
− | |Type= Tekening
| |
− | |Maker= Fred Eikelboom
| |
− | |Positie= Links
| |
− | }}
| |
− | Lampen sluit u aan volgens het schema in afbeelding 14. Na een laatste controle kunt u het beste de bedrading netjes met dun garendraad bundelen, zodat er bij het terugplaatsen van de kap geen draadjes klem komen te zitten.<br clear="all">
| |
− | | |
− | | |
− | | |
− | ==== Kijk uit voor oververhitting ====
| |
− | Let op bij aanwezigheid van gloeilampjes! Deze worden na inbouw van een decoder aanmerkelijk heter. De kans is niet denkbeeldig dat er schade aan de kap ontstaat door smeltend kunststof. Indien u in de loc gloeilampjes heeft met E5.5 fitting, dan kunt u deze gloeilampjes dus beter vervangen door LEDs met E5.5 schroefdraad, bijvoorbeeld de Conrad 725763-89. Deze zijn geschikt voor 12V= (gelijkspanning). U moet dus een voorschakelweerstand toepassen om deze E5.5 LEDs te kunnen gebruiken, vanwege de hogere digitale spanning. Ook Viesmann levert LEDs met E5.5 fitting onder art.nr 6019. Deze zijn geschikt voor max. 16V=. Ook hier een voorschakelweerstand toepassen.
| |
− | | |
− | | |
| {{Linkssectie begin | | {{Linkssectie begin |
| |Box= AlleenInfo | | |Box= AlleenInfo |
Regel 265: |
Regel 64: |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
− | |Link= Decoders | + | |Link= Locdecoders |
− | |Linknaam= Decoders | + | |Linknaam= Locdecoders |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
− | |Link= Decoder programmeren | + | |Link= Locdecoder programmeren |
− | |Linknaam= Decoder programmeren | + | |Linknaam= Locdecoder programmeren |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
− | |Linknaam= Inleiding Function Mapping | + | |Link= Function Mapping |
− | |Link= Inleiding Function Mapping | + | |Linknaam= Function Mapping |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
− | |Link= Hoe sluit u leds aan | + | |Link= Het aansluiten van leds |
− | |Linknaam= Hoe sluit u leds aan | + | |Linknaam= Het aansluiten van leds |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
− | |Link= Minimale led voorschakelweerstand berekenen | + | |Link= Minimale led serieweerstand berekenen |
− | |Linknaam= Minimale led voorschakelweerstand berekenen | + | |Linknaam= Minimale led serieweerstand berekenen |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
− | |Link= Meten van de motorstroom vòòr het inbouwen van een decoder | + | |Link= Meten van de motorstroom vóór het inbouwen van een locdecoder |
− | |Linknaam= Meten van de motorstroom vòòr het inbouwen van een decoder | + | |Linknaam= Meten van de motorstroom vóór het inbouwen van een locdecoder |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
− | |Link= Meten van de motorstroom na het inbouwen van een decoder | + | |Link= Meten van de motorstroom na het inbouwen van een locdecoder |
− | |Linknaam= Meten van de motorstroom na het inbouwen van een decoder | + | |Linknaam= Meten van de motorstroom na het inbouwen van een locdecoder |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
Regel 302: |
Regel 101: |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
− | |Link= NEM652 | + | |Link= NEM652 en NEM654 |
− | |Linknaam= NEM652 | + | |Linknaam= NEM652 en NEM654 |
| }} | | }} |
| {{Link intern | | {{Link intern |
Regel 323: |
Regel 122: |
| {{Link Forum-Meerkeuze | | {{Link Forum-Meerkeuze |
| |Volgnr = 111 | | |Volgnr = 111 |
− | |ExtraInfo= Meer informatie over het zelf aanpassen van het locschild bij Fleischmann motoren. | + | |ExtraInfo= Meer informatie over het aanpassen van het locschild bij Fleischmann motoren. |
| }} | | }} |
| {{Linkssectie scheiding}} | | {{Linkssectie scheiding}} |
Regel 329: |
Regel 128: |
| |Koptekst= Externe website: | | |Koptekst= Externe website: |
| }} | | }} |
− | {{Link Fleischmann-Meerkeuze | + | {{Link Algemeen-overige |
− | |Volgnr = 3 | + | |Volgnr = 41 |
− | |ExtraInfo= Decoder aansluiten op locschild bij Fleischmann motoren (pdf). | + | |ExtraInfo= Locdecoder aansluiten op Fleischmann motoren (pdf). |
− | }}
| |
− | {{Link Algemeen-Meerkeuze
| |
− | |Volgnr = 11
| |
− | |ExtraInfo= Inbouwvoorbeelden decoders.
| |
| }} | | }} |
| {{Link Algemeen-Meerkeuze | | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| |Volgnr = 12 | | |Volgnr = 12 |
− | |ExtraInfo= Inbouwvoorbeelden decoders. | + | |ExtraInfo= Inbouwvoorbeelden locdecoders. |
| }} | | }} |
| {{Link Algemeen-Meerkeuze | | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| |Volgnr = 13 | | |Volgnr = 13 |
− | |ExtraInfo= Inbouwvoorbeelden decoders (schaal N). | + | |ExtraInfo= Inbouwvoorbeelden locdecoders (schaal N). |
| }} | | }} |
| {{Link Algemeen-Meerkeuze | | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| |Volgnr= 415 <!-- opendcc --> | | |Volgnr= 415 <!-- opendcc --> |
− | |ExtraInfo= Handige CV instellingen. | + | |ExtraInfo= Handige CV instellingen (en calculator voor lange adressen). |
| + | }} |
| + | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| + | |Volgnr= 451 |
| + | |ExtraInfo= Calculator voor lange adressen. |
| }} | | }} |
| {{Linkssectie einde}} | | {{Linkssectie einde}} |
− |
| |
| {{Gerelateerde termen | | {{Gerelateerde termen |
| |Termen= Marklin, Maerklin, Mærklin | | |Termen= Marklin, Maerklin, Mærklin |
| }} | | }} |
− |
| |
| {{Voettekst | | {{Voettekst |
− | |Vorige= NEM662 | + | |Vorige= FX35 |
− | |Volgende= Dummy-steker | + | |Volgende= Loc digitaliseren, niet digitaal voorbereid |
− | |VorigeMenu= Decoders | + | |VorigeMenu= Locdecoders |
− | }} | + | }} {| width= "100%" |
| + | |- valign= "top" |
| + | ! scope= "row" width="70%" | |
| + | | <small>Laatste wijziging: 1 mrt 2025 10:28 (CET)</small> |
| + | |} |
| [[Categorie: Alles|S]] | | [[Categorie: Alles|S]] |
− | [[Categorie: Artikel|Stappenplan Decoderinbouw]] | + | [[Categorie: Artikel|Stappenplan locdecoderinbouw]] |
| [[Categorie: Baanbesturing|S]] | | [[Categorie: Baanbesturing|S]] |
| [[Categorie: Bedrading|S]] | | [[Categorie: Bedrading|S]] |
Regel 369: |
Regel 170: |
| [[Categorie: Digitaal treingestuurd|S]] | | [[Categorie: Digitaal treingestuurd|S]] |
| [[Categorie: Digitale baanbesturing|S]] | | [[Categorie: Digitale baanbesturing|S]] |
| + | [[Categorie: Elektronica|S]] |
| [[Categorie: Elektronica digitaal|S]] | | [[Categorie: Elektronica digitaal|S]] |
| + | [[Categorie: Front en sluitseinen|S]] |
| [[Categorie: Led|S]] | | [[Categorie: Led|S]] |
| [[Categorie: Normen|S]] | | [[Categorie: Normen|S]] |
| [[Categorie: Verlichting|S]] | | [[Categorie: Verlichting|S]] |
| [[Categorie: Fred Eikelboom|S]] | | [[Categorie: Fred Eikelboom|S]] |