Het Motorola protocol: verschil tussen versiesUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Versie van 23 mei 2016 om 17:10
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Ronald Koerts
InleidingDit protocol is ontwikkeld voor industriële toepassingen, maar door de firma Märklin voor modelspoortoepassingen gereed gemaakt. Al in 1979 werd het protocol met bijhorende apparaten gepresenteerd. In 1985 kwam het in Europa op de markt.
NaamgevingDe naam Motorola-protocol komt van de door Märklin gebruikte chips in de digitale centrale en locdecoders. Deze werden, en worden nog, geleverd door de firma Motorola.
Alleen voor Drierail?Het protocol was eigenlijk alleen geschikt voor gebruik bij Drierail. Doordat het signaal niet symmetrisch is, kan de decoder bij het verwisselen van de aansluitdraden de signalen niet meer herkennen. De huidige Motorola-decoders draaien het signaal om wanneer het niet goed staat. Daardoor is het huidige Motorola-protocol ook te gebruiken op Tweerail-systemen.
Verschillende versiesMärklin heeft sinds de introductie van het Motorola-protocol een aantal wijzigingen en toevoegingen aan het protocol gemaakt. Daardoor is er sprake van een oud en een nieuw protocol.
RijrichtingEen van de belangrijkste wijzigingen bij het Motorola protocol is het onthouden van de rijrichting. Bij het oude Motorola protocol hadden de decoders een 'voorkeurs'-rijrichting, die iedere keer na het uitschakelen van de (rij)spanning werd aangehouden. Het Motorola II protocol heeft nu een instelling voor de rijrichting, waardoor de locdecoder de rijrichting onthoudt.
Aantal locomotievenHet Motorola-protocol kent een maximum van 80 adressen, 01 - 80. Marklin heeft ook decoders uitgebracht die adressen boven de 80 kunnen verwerken, meestal tot 99 of 127. Een aantal andere fabrikanten leveren ook decoders die dit aantal aankunnen.
RijstappenHet aantal rijstappen is afhankelijk van de versie van het protocol. De eerste versie, Motorola I ondersteunt 14 rijstappen. Motorola II (of New) ondersteunt naast 14, ook 27 rijstappen. De 27 rijstappen zijn eigenlijk een halve oplossing. Een aantal decoders van Märklin zetten tussen de normale 14 stappen, 13 extra halve stappen. Om deze 13 extra stappen te gebruiken, moet de digitale centrale dit wel ondersteunen (een extra commandoset). Daarnaast zijn er een aantal fabrikanten die niet alleen de 13 halve stappen ondersteunen, maar ook 14 extra stappen ingebouwd hebben. Hierdoor komt het aantal rijstappen op 28, dit aantal rijstappen wordt niet door iedere centrale ondersteund.
FunctiesDoor de verschillende versies van het Motorola protocol zijn er ook verschillen in het aantal functies dat ondersteund wordt. Het Motorola I protocol ondersteunt maar één extra functie, meestal is dat de verlichting van de locomotief. Het Motorola II-protocol ondersteunt maximaal vijf functies: F0 (verlichting) en F1 t/m F4. Met een truc is het aantal functies uit te breiden tot acht zodat ook F5 t/m F8 bruikbaar zijn. Dit is te bereiken wanneer de locdecoder geschikt is voor het invoeren (programmeren) van een tweede adres. Via dit tweede adres zijn dan de extra functies te bereiken. Het tweede adres is standaard het eerste adres + 1 of het adres 255. Het tweede adres mag totaal anders zijn dan het eerste adres.
AccessoiresMet het Motorola-protocol zijn maximaal 255 digitale accessoires aan te sturen. Veel centrales bieden de mogelijk om maximaal 320 accessoires aan te sturen. Dit is een interpretatieverschil in de adressering van het protocol.
Kort overzicht
Meer informatie
|