Inleiding locdecodersUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Redactie
Dit artikel is een inleiding locdecoders, waarin het aansluiten en instellen van een locdecoder globaal wordt uitgelegd. In het artikel Uitleg digitaal is al aangegeven dat bij digitaal rijden een locdecoder nodig is in elke locomotief en/of treinstel. Locdecoders zijn slimme apparaten en fabrikanten slagen er steeds in om ze nog slimmer en sneller te maken zodat er steeds meer mogelijkheden beschikbaar komen. FunctieaansluitingenZoals te zien is in de specifieke pagina's over de connectoren, neemt naarmate de connector groter wordt, ook het aantal extra "functieaansluitingen" toe. Deze aansluitingen; AUX1, AUX2 enzovoort, zijn noodzakelijk om bepaalde mogelijkheden toe te voegen aan het model, zoals een zwaailamp, rookgenerator, rangeersein, elektrische ontkoppeling en/of cabineverlichting. ("AUX" is de afkorting van "auxiliary", ofwel reserve- of hulpaansluiting) De meeste achtpolige locdecoders beschikken over een AUX2 aansluiting. Deze wordt aangeboden als een paarse losse draad, die alleen aan de locdecoder verbonden is. Deze is in principe vrij aan te sluiten op iets wat geschakeld moet worden. Eventueel wel met (serie)weerstanden of een schakeltransistor, maar dat is afhankelijk van de toepassing. Bij leds moeten er altijd serieweerstanden of een stroombron gebruikt worden, anders gaan ze meteen stuk doordat er een te grote stroom door de led loopt. ConnectorenEr zijn verschillende typen connectoren in omloop voor het aansluiten van de locdecoders:
Configureerbare variabele (CV)"Programmeren" van een locdecoder is niets anders dan een waarde toekennen aan een geheugenplaats, een CV, in het geheugen van een locdecoder. Het in de locdecoder vast opgeslagen programma (de firmware) leest de waarden van de variabelen en laat de loc daarmee doen wat deze moet doen. In tegenstelling tot wat de naam suggereert, wordt bij dit "programmeren" het in de locdecoder opgeslagen programma niet gewijzigd. De CV's zijn genormaliseerd en bepaalde CV's zijn standaard voor elke locdecoder. Een kleine handige selectie van CV's wordt hier behandeld:
Zie de NMRA-standaarden voor de volledige lijst met standaard-CV's, zie hieronder bij "Meer informatie". ConfigurerenConfigureren van een locdecoder kan op veel verschillende manieren, maar bij de moderne locdecoders zijn er eigenlijk maar twee praktische keuzes;
Het grote verschil tussen POM en programmeerspoor is, dat wanneer er via POM wordt gewerkt, het adres van de locdecoder niet is te wijzigen want dan gaan de commando's naar dat specifieke adres. Let op! Wanneer het programmeerspoor wordt gebruikt, worden de commando's naar alle railvoertuigen op dat spoor gestuurd. Wanneer er twee locomotieven op het programmeerspoor staan, zullen beiden dezelfde waardes geprogrammeerd krijgen. Stel het adres wordt ingesteld op 5, dan zullen na de programmeeractie beide locs adres 5 hebben. Dus altijd één locomotief met locdecoder op het programmeerspoor.. Loc en stuurstand op hetzelfde adresWanneer het de bedoeling is dat bijvoorbeeld een stuurstand en locomotief hetzelfde adres moeten krijgen voor het schakelen van de verlichting kunnen we ze samen op het programmeerspoor zetten. Maar soms lukt het programmeren van een loc én stuurstand tegelijkertijd niet, omdat de decoder in de loc eerder klaar is (het acknowledged-signaal geeft) dan de decoder in de stuurstand (of andersom). Dan moeten we de loc en de stuurstand los van elkaar programmeren. Zie hiervoor het artikel Locdecoder programmeren. Adres wijzigenEen nieuwe digitale locomotief moet voorzien worden van een uniek adres, bijvoorbeeld 5. Dit gaat als volgt: plaats de locomotief op het programmeerspoor en schakel de centrale in de programmeerstand (in CV-modus). Selecteer CV1 en geef aan de waarde 5 te willen laden. Bevestigen de keuze en de locomotief zal een kleine beweging maken (een klein stukje rijden) en ook de verlichting zal kortstondig knipperen ten teken dat het programmeren gelukt is. Nu zal de locomotief alleen nog reageren op instructies voor zijn adres 5. Locdecoder resettenWanneer veel CV's zijn veranderd en het effect daarvan is niet wat gewenst was, dan kunnen de fabrieksinstellingen snel worden hersteld door de locdecoder te resetten. Ook wanneer de locdecoder niet meer doet wat er van werd verwacht, kan resetten en opnieuw instellen wel eens de snelste oplossing zijn voor het probleem. Het resetten naar de fabrieksinstelling gebeurt door een bepaalde CV een bepaalde waarde te geven. De meeste locdecoders worden gereset wanneer CV8 de waarde 8 krijgt, of een andere in de handleiding vermelde waarde. Hierop zijn enkele uitzonderingen. De Lenz Le130 en 131 zijn niet te resetten via CV8, omdat deze oudere locdecoders ten tijde van productie niet voorzien zijn/waren van een resetmogelijkheid. Deze moeten dus per CV opnieuw ingesteld worden. Resetopdracht
Nadat de resetopdracht gegeven is, moet ter bevestiging de waarde van CV1 worden opgevraagd. Pas wanneer die waarde weer op 3 staat, is het resetten geslaagd. Bij een andere waarde moet nogmaals de resetopdracht gegeven worden en CV1 weer worden uitgelezen. Lukt het dan nog niet, verbind dan een weerstand van 150 ohm parallel met het programmeerspoor en probeer het nogmaals. Heeft de centrale geen programmeerspoor, sluit dan een los stuk rails op de centrale aan.
(* Bij Tams zijn alle waarden toegestaan. Bijvoorbeeld: er is een aantal locdecoders van de merken ESU, Kuehn en Zimo in gebruik. Dan zullen alle locdecoders na het geven van het resetcommando "CV8 = 8" gereset worden. Het beste is dus altijd alle andere locomotieven en treinstellen van de rails halen (Let op! bij alle centrales "zonder" programmeerspoor-aansluiting is dit verplicht). Ook alle eventuele rijtuigen, waar een locdecoder in zit, dienen van de rails gehaald te worden, anders worden ook die gereset. Fabrikantencode en versienummerWanneer CV8 wordt uitgelezen, geeft dit een code te zien. Die code geeft aan wie de fabrikant van de locdecoder is. CV7 geeft ook een code, het versienummer van de locdecoder. De codes zijn op te zoeken via de links hieronder bij "Meer informatie". CV 29; ConfiguratieVia CV29 worden "lange adressen" mogelijk gemaakt. In dit voorbeeld wordt de Esu Lokpilot 3.0 gebruikt, een zeer goede en zeer betaalbare locdecoder die in zowel NEM651, NEM652 en NEM654 als 21MTC verkrijgbaar is. De Lokpilot V3 kent zes configuratie-bits, te weten:
De waarde van CV29 wordt door de locdecoder niet gezien als één getal maar als individuele bits. Standaard reageert de locdecoder op analoge spanning. Dat komt doordat "default" (af fabriek) bit 2 van CV29 "hoog" is door de waarde 22=4. Om "analoog" uit te schakelen moet bit 2 van CV29 de waarde 0 ("laag") krijgen. Om bit 2 van CV29 van een reeds eerder ingestelde locdecoder opnieuw in te stellen moet de oude waarde van CV29 vermindert worden met 4. Deze nieuwe waarde moet dan weer in CV29 worden geschreven. Hierna zal de locdecoder niet meer reageren op analoge rijspanning. Ook standaard is dat de locdecoder op 14 rijstappen ingesteld staat. Bit 1 van CV29 staat dan op 0. Meerdere opties kunnen tegelijk aan/uitgezet worden door meerdere bits in de byte van CV29 te wijzigen. Stel nu dat er adressen groter dan 255 (= 28-1) gebruikt moeten worden (de zogenaamde "lange adressen", omdat ze uit meer dan 1 byte bestaan) en 28 rijstappen. In tabel 3 is te zien dat "aantal rijstappen 28/128" de waarde 2 (bit 2) is en "lange adressen" de waarde 32 (bit 5). Tel deze waarden op, 2 + 32 = 34 en deze waarde wordt dan naar CV29 geschreven. Nu zal het aantal rijstappen ingesteld staan op 28/128 en er is beschikking over adressen hoger dan 255. Lange adressenOmdat korte adressen nog wel eens lastig te onthouden zijn, is het handig dat er lange adressen zijn. Hiermee zijn adressen tot 9999 mogelijk (het max. aantal is afhankelijk van merk en type van de locdecoder). We kunnen dus de locomotiefnummers gebruiken voor het lange adres. Lange adressen, zoals 1601, kunnen probleemloos worden ingevoerd. Hiervoor dienen twee CV's, namelijk CV17 en CV18. Moderne centrales kunnen zonder problemen een lang adres in CV17 en CV18 plaatsen. Zie het artikel FAQ - Digitaal indien een lang adres handmatig ingevoerd moet worden. Zie het artikel Stappenplan locdecoderinbouw voor informatie over het inbouwen van een locdecoder. Korte stroomonderbreking bij o.a. vuile railsHiervoor is een oplossing. Een aantal locdecoders zijn voorzien van een aansluitmogelijkheid voor een power pack of een "stay alive" of een "USP", om bij een korte stroomonderbreking te zorgen dat de loc nog een stukje stroomloos doorrijdt. ConnectorsDe connectors voor de Next18-aansluiting zijn verkrijgbaar bij de Firma Coratec: Stekkergedeelte Serie CT0519P CORATEC GmbH & Co. KG UpdateEr zijn al locdecoders met 28 (E24 Next28) en 35 (FX35) pennen. Zie onder: Meer informatie
|